Waar is het begonnen….
Ja waar is het begonnen met die Werktuigenverenigingen en #boermarke ’s word er wel eens gevraagd. Nou dan moeten we een heel eind terug in de geschiedenis van agrarisch Nederland. Een tijd dat de oppervlakte- en inhoudsmaten nog in roedes, mud en schepel land werd uitgedrukt, en als je in die tijd over een tiental hectares beschikte je toch wel bij welgestelde boeren behoorde.Tot vlak na de tweede wereldoorlog men een beroep kon doen op de #marchallhulp (1948-1952). Deze kon provinciaal worden aangevraagd vanuit assen destijds de DLG (Drents landbouw genootschap),zo had iedere provincie de mogelijkheid om de voedselproductie en industrie te stimuleren. En de opbouw van Nederland opgang te brengen.
Ja en het hoeft voor die tijd geen betoog dat er veel (financiële) armoede was. Het eten was er wel op de streek, zo niet dan was er wel een (ongeschreven) naoberplicht om elkaar voort te helpen. Maar ja er moest extra eten geproduceerd worden voor de wederopbouw. En….. Niet onbelangrijk zelf geld verdiend worden. Nu voorzag de marchallhulp in een goede ondersteunende regeling, maar ja bij velen ontbrak ook die laatste financiële ruimte. Dus, hoe breng je dan geld bij elkaar?
Die tijd waren de buurtschappen ook nogal wat kleiner en hechter zodat men in een streek snel wat kon overleggen. En bedacht men allerlij verschillende financieringsvormen om dat laatste geld ook bij elkaar te krijgen om in gezamenlijkheid machines te kopen, die anders niet bereikbaar waren, om het werk sneller goedkoper en efficiënter te kunnen produceren.
Zo zijn/waren er verenigingen die de totale huur van hun jachtveld inbrachten. (Ook wel ingelanden genoemd)Maar ook boeren die er garant voor stonden of er werd er een coöperatie in het leven geroepen. En er zullen ongetwijfeld ook buren zijn die “gewoon” in gezamenlijkheid een machine deelden.
Maar ook de evolutie in de tijd heeft hier niet stil gestaan. Schaalvergroting deed ook sommige coöperaties opschalen naar het loonwerk waar mensen in loondienst kwamen, en de machine verhuur naar de achtergrond verdween. Evenals de schaalvergroting van de agrarische bedrijven en men instaat was,, om zelf de machines aan te schaffen. Zijn er vele verenigingen een stille dood gestorven.
Maar er zijn nog zeker werktuigenverenigingen en of boermarkes voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar die zich staande hebben gehouden.

Waaronder Werktuigenvereniging Ruinerwold. In het begin stonden ze nog onder supervisie van DLV in de volksmond “De Voorlichting” tot het in handen kwam van

LTO Noord. Dit bevorderde de besluitvorming niet en toen heeft het bestuur in de jaren 90 een eigen coöperatie opgericht, wat is uitgegroeid tot de coöperatieve werktuigenvereniging Ruinerwold U.A. (Uitgesloten van Aansprakelijkheid). Dus voor de jaarlijkse contributie (jaarlijks opzegbaar)heeft men nu een heel scale aan moderne actuele machines tot hun beschikking zonder zelf dit te hoeven financieren en het risico te lopen.
Maar zo is de werktuigenvereniging #Ruinerwold ook grondlegger van stichting spoelplaats Ruinerwold (2008) . Waar door veel bedrijven dus niet alleen agrariërs, op een professionele en milieuverantwoorde manier de machines kunnen schoonmaken.